Ik was wel thuis toen de postbode langskwam, maar ik was in de tuin bezig. Nogal ver van huis. Toen ik hoorde toeteren en naar het hek liep, was ik net te laat. Ik riep nog en rende een beetje de straat op, maar ze hoorde me niet in haar luide Panda.
Ik moest dus naar het postkantoor. Gisteren was geen goede dag daarvoor, maar dat weet je nooit van tevoren.
Er was een lange rij en na 15 minuten deel uitmaken van die rij, bleek die al heel lang niet op te schieten. Er waren twee loketten open. Voor de ene zat een echt oude man met een vrouw die denk ik de dochter was. Ze namen de tijd en hadden iets heel ingewikkelds. Voor het andere loket stond een mooie jonge dame met modern verveeld gezicht. Ze had ook een stapel papieren en het schoot niet op. De medewerkers vroeg steeds de hulp van de andere, dus nog meer vertraging ook daar.
Ik had in het begin (na ongeveer een half uur wachten) aan de manager van het postkantoor gevraagd, die niets te doen had en energiek heen en weer liep tussen haar kantoor en het deel dat gesloten is voor publiek, of zij wellicht even wat mensen die simpele dingen te doen hadden kon helpen, maar ze zei heel vriendelijk dat dat niet haar taak was en ik gewoon moest wachten en mijn nummertje goed in de gaten moest houden.
Op een gegeven moment was de oude man klaar en schoof de rij een beetje op, maar na twee mensen blokkeerde het computersysteem. Dat bleef een hele tijd zo. De twee medewerkers waren onverstoord en overlegden sloom wat ze moesten doen. Meer tijd verstreek. De mooie dame keek nog verveelder.
Er kwam een vrouw op leeftijd met een bijna doorzichtige stokoude man, haar vader. Er werden direct plekken vrijgemaakt zodat de man kon zitten. Het was één man, heel mager, maar de drie zitplaatsen waren direct alledrie vrij. Niemand wilde asociaal zijn en blijven zitten, blijkbaar. De dochter kletste luid over haar vader alsof hij er niet bij was. Ik vroeg mij af of hij seniel was wellicht, maar toen zijn dochter na een tijdje dramatisch declameerde dat ze nooit meer naar het postkantoor zou gaan met haar vader, zei hij droogjes: “chi se ne frega, ci vado con la badante” (wie maakt dat wat uit, ik ga wel met de verzorgster). Nou, dat koppie werkte nog prima!
Een meneer die het wachten zat was gaf zijn nummertje aan de oude man. Dat vond ik super aardig en zulke kleine gebaren zijn altijd weer mooi om te zien. Verder is er niet veel moois aan zo’n beleving! Ik heb 1,5 uur in het postkantoor gewacht.
De brief was ook al erg slecht nieuws. De belastingdienst …
(Extra ergerlijk, want ik ben verplicht om een PEC te hebben, dat is een speciale email die gecertificeerd is, die is uiteraard niet gratis. Die email is bedoeld voor officiële communicatie met de overheid onder andere … Waarom stuurt de belastingdienst een aangetekende brief en niet gewoon een PEC? Ze hebben mijn PEC email adres, dat is namelijk verplicht. Het is mij een raadsel! Eindelijk kan die PEC nuttig zijn … en dan toch niet gebruiken!).











