Een paar weken geleden zag ik ineens een grote hoop zand onder het kippenhok. Een paar dagen later zat er ook een gat in de grond een paar meter van het kippenhok. Er was geen bult zand bij dat gat te ontdekken, dus dat was bijzonder.
Onze buurman wist direct te vertellen welk dier dat was. Ze worden hier door iedereen ’talpa’ genoemd. Dat betekent mol. Gek genoeg zijn het echter gewoon ratten.
Het was me al een tijdje geleden opgevallen dat iedereen het over al die mollen had, terwijl ik nooit ergens de typische bulten van mollen zag en de beschrijving ook steevast niet aan die van een vreedzame mol voldeed. Mollen zijn in mijn ogen onschuldig, want ik heb hier wilde zwijnen die de boel flink omploegen. De schade van mollen valt daarbij vergeleken in het niet.
Lang begreep ik niet waarom ratten hier mollen worden genoemd, maar ik ben er nu uit. Eindelijk.
Echte mollen zijn er hier niet, dus die kent niemand. Een rat die in een paar dagen een tunnel van twee of drie meter graaft (en overigens ook nog n’s al het zand goed verbergt), die noemen ze hier in Toscane dus voor het gemak een mol. Geef ze n’s ongelijk!
Na al het gepraat over deze dieren, gingen ze in mijn hoofd ook ’talpa’ heten. Zo werkt taal nou eenmaal, als je vaak genoeg iets hoort dan neem je dat over. Echter toen ik de hele tunnel aan het uitgraven was en ook onder het kippenhok zoveel mogelijk zand weggehaalde, kwam er toch echt een enorm dikke rat naar buiten stuiven. Sindsdien heten ze in mijn hoofd ‘ratto’ en dat wil ik graag zo houden, om mijn vijandige gevoel jegens deze dieren op peil te houden.
Ik had gaas diep rondom het kippenhok ingegraven, maar de rat is er gewoon onderdoor gegraven. Als er eenmaal een mooi gat is kunnen er misschien andere roofdieren ook naar binnen en wordt het een slachtpartij (of een feestmaal, afhankelijk van welke kant je het bekijkt!). Nu zit alles weer dicht, voorlopig. De rat zal zeker terugkomen, maar dat zien we daarna wel weer.