Al jaren intrigeert het mij dat vroeger iedereen allerhande onkruid plukte om te eten. Deze zin klinkt absurd, want wij denken dat onkruid iets slechts is. De twee letters ‘on’ kunnen grote imagoschade aanrichten! In Umbrie ben ik wel n’s meegegaan om de verschillende types spontane planten (klinkt al beter dan onkruid) te leren kennen, maar ik kon ze nooit uit elkaar houden.
Vorig jaar kreeg ik van de buurvrouw een mooi boek over het gebruik van deze eetbare wilde planten en met veel plezier bladerde ik erin en herkende vele soorten. Ik nam mij voor ze te gaan plukken … maar in de praktijk is dat lastig. Je herkent een plant, maar sommige lijken erg op elkaar en dan moet je een boek openslaan en daarin zoeken … dat is te omslachtig en doe ik dus vervolgens niet.
Toevallig zag ik een video over wilde soorten groenten waarin ik hoorde dat bijna alles eetbaar is en de dingen die dat niet zijn, zijn vreselijk bitter dus dat proef je direct.
Ik ben dus in onze olijfboomgaard gewoon een sla bij elkaar gaan zoeken door steeds een stukje van het blad te proeven. Wat een geniaal idee! Dat ik daar niet eerder op ben gekomen! Ik denk dat het komt wegens een soort oerangst om mezelf te vergiftigen met iets uit die ‘oh zo gevaarlijke’ natuur.
Er is een groot verschil tussen de verschillende soorten en als je het een beetje mengt krijg je een ontzettend lekkere salade (ik doe er altijd wat van onze eigen zuurkool door en uiteraard olijfolie). Nog even en ik herken de planten zonder ze te hoeven proeven!
Acetosa, portulaca en piantaggine kende ik al (dat is zuring, postelein en weegbree), maar al die verschillende soorten ‘paardebloemen’ die vind ik lastig uit elkaar halen.
Interessant.
Wil je de naam van het gekregen boek in je volgende blog vermelden per favore?
Ja dat geeft een heel smakelijk geheel.
Wat grappig dat het lekkers al die tijd gewoon in je boomgaard stond. Smakelijk eten!