Vorig jaar had ik wat zoete aardappels (ook wel ‘batate’ in het Italiaans, net anders dan ‘patata’ hetgeen gewone aardappel is – denk aan patat!) in het vroege voorjaar in een pot gedaan en eindeloos gewacht tot deze uit zouden gaan komen. Ze stonden op een warme plek, maar er gebeurde heel lang niets. Veel te lang!
Ik heb dus online wat plantjes besteld en die kwamen perfect aan en hebben het uitstekend gedaan in mijn moestuin.
Dit jaar heb ik een verwarmende mat gekocht die mijn bak met zoete aardappels moet helpen denken dat het al lekker warm is buiten. Nou, dat werkt als een tierelier!
Vandaag heb ik de langste plantjes van de zoete aardappel losgemaakt en in een glas water gezet, zodat ze wortel kunnen schieten. Daarna gaan ze naar een potje met grond en pas in mei gaan ze de tuin in.
Als alles goed blijft gaan hoef ik dit jaar geen zoete aardappelplantjes te bestellen en kan ik ze zelfs een beetje uitdelen want er komen heel veel plantjes omhoog momenteel.
Tijdens een wandeling een paar weken geleden, zagen we een heel aantal oude ‘rotoballe’ in een veld liggen. Dat zijn gigantische rollen hooi of stro.
Na wat bellen en rondvragen kwam ik er uiteindelijk achter van wie ze waren en werd mij ook verteld dat onlangs iemand anders een heel aantal van deze rotoballe in de fik had gestoken omdat hij niet wist wat hij ermee moest.
Ik sta altijd met mijn oren te klapperen als dit soort idiote dingen hoor … Laat ze een aantal jaar liggen en je hebt perfecte compost voor op het land of in de moestuin. Hoezo moet je die dingen dan verbranden? Iedere boer heeft wel ergens plek. Maar goed, het zit blijkbaar niet in hun systeem en de boel lekker in de fik steken ruimt mooi op (je vervuilt als een gek, dus opruimen in de nauwe betekenis van het woord).
De eigenaar van deze rotoballe had er thuis ook nog een heel aantal liggen die hij ook ging verbranden. Nou, breng die ook maar, hoe meer oud hooi wij hebben, hoe beter.
Hij zou zaterdag komen (twee weken geleden), toen maandagavond, toen dinsdagavond heel laat, toen donderdagavond … kortom, elke keer kwam er iets tussen. Maar een paar avonden geleden belde hij mij dat hij op het punt stond te vertrekken en of ik er was. Hij kwam met een grote kar vol, 14 rotoballe. Fantastisch!
Nu wil de buurt weten wat wij in godsnaam met al dat hooi gaan doen. Gisteren zijn we begonnen wat hooi richting ons huis te slepen. Dat is goed voor alle spieren in het lichaam, zonder dat je naar de sportschool hoeft (heb je haar weer!).
De paar buren die ons bezig hebben gezien, draaien langzaam hun hoofd van links naar rechts … ‘matti’ (gekken). Wij vermaken ons er prima mee, dus we zijn inderdaad waarschijnlijk gewoon gek. Goed gek!
Ik had fruitbomen besteld (antieke soorten die je hier lokaal niet kunt kopen). Ze werden met een koeriersdienst verstuurd.
Ik had geen track en trace ontvangen en wist niet dat de bomen al onderweg waren.
Gisteren was ik net klaar met een les (mijn telefoon staat dan op stil) toen ik buiten hoorde roepen. Ik dacht dat iemand bij de buren naar de buren zocht want dat gebeurt wel vaker. Toevallig keek ik ook even naar mijn telefoon en zag dat ik werd gebeld.
‘Pronto’ (dat zeggen Italianen als ze de telefoon opnemen). ‘Sono il corriere!!!! Dove sei???’ (Ik ben de koerier (schreeuwend). Waar ben je (nog harder schreeuwend).
Ik zei dat ik eraan kwam, maar de man was zo erg over zijn toeren dat hij niet luisterde en bleef herhalen ‘dove sei? dove sei???’.
Toen ik buiten kwam riep ik dat ik eraan kwam en rende naar zijn knalrode vrachtwagen. De man was achterin geklommen en gooide wild allerlei dozen in het rond om plek te maken.
‘Wat een zootje’ mopperde hij. Dat kon ik beamen. Vanonder allerlei dozen haalde hij mijn arme bomen tevoorschijn, gelukkig goed ingepakt. Ruw rukte hij aan het lange pak om het vrij te maken van andere pakjes. Ik vroeg hem zo rustig en vriendelijk mogelijk om voorzichtig te zijn en legde uit dat er levende planten in het pak zaten.
Heb ik geen tijd voor, zei hij druk trekkend en vloekend. Wat een rotbaan heb ik gekozen!
Ik probeerde hem een beetje te kalmeren dat vast niet elke dag zo vreselijk was. Hij keek mij aan alsof ik gek was en zei dat elke dag zo was of nog erger. Eén grote zooi en altijd haast.
Heb ik dan echt helemaal niets te vertellen de laatste tijd?
Er zijn alweer 2 maanden voorbij sinds ik voor het laatste iets aan de blog heb toegevoegd.
Genoeg anekdotes te vertellen. Genoeg kleine observaties waarmee ik mijzelf elke dag in mijn hoofd vermaak. Materiaal is er op zich wel, maar de tijd en het geduld om het op te schrijven ontbreken. Mijn hoofd staat er gewoon niet naar. Om toch een beetje een idee te geven van het leven hier in Toscane, een kort en gebrekkig overzichtje …
We hebben olijven geplukt. Drie weekenden lang. De olie van half oktober smaakt anders dan die van eind oktober. Dat was bijzonder om te merken. Sindsdien eten we elke dag bruschetta (brood roosteren, knoflook op het brood raspen en olijfolie eroverheen). Een prachtvoorbeeld van hoe de simpelste dingen gewoon het lekkerste zijn.
Ik heb vlak voor de eerste echte vorst al onze zoete aardappelen gerooid en dat waren er heel wat. Sommige planten hadden een paar kilo terwijl anderen helemaal niets hadden. Ik snap absoluut niet hoe dat kan, maar daar kom ik ooit nog wel achter denk ik. Ik heb wat zoete aardappelen aan onze zeer gewaardeerde buurman gegeven. Hij had ze nog nooit gegeten en wilde alles weten over deze ‘nieuwe’ groente.
Ik ben mij aan het verdiepen in ‘de landbouw’. Hoe kun je van alles verbouwen zonder te ploegen. Dat is mogelijk namelijk, maar je moet wel goed begrijpen hoe je dat moet doen. Ik ben er helemaal van in de ban (ook een reden dat ik niet blog!). De natuur is echt fascinerend en creëert vruchtbaarheid als wij haar haar gang zouden laten gaan. Dat doen wij natuurlijk niet, met alle consequenties van dien. Dat is wel erg in een notendop … maar dat is de kern van een soort van echt natuurlijke landbouw.
In Italie zijn veel kleine boeren bezig deze echt natuurlijke technieken toe te passen. Dat geeft mij hoop op een betere toekomst voor de aarde en al haar bewoners. Het stikt van de initiatieven, cursussen en boeken die iedereen die dat wil helpen om het anders te doen (wat moestuin en landbouw betreft).
Verder heb ik vooral enorm veel conversatielessen, eigenlijk te veel momenteel. Het komt dus misschien wel goed uit dat er nu AI is die ‘echt’ met mensen praat en hen verbetert. Ik heb een test gedaan van Langua en ben enorm onder de indruk. Ik raad nu dus iedereen aan om Italiaans (of welke taal dan ook) te leren met dit soort middelen in plaats van de normale Babbel en Duolingo apps.
We hebben 12 potjes (kleine potjes van 350 gr) … om maar weer n’s onder de aandacht te brengen hoeveel werk het is en hoe vreselijk weinig er van artisjokken overblijft.
Over een tijdje weten we of het de moeite waard is, wanneer we een potje open maken.
Zaterdag of zondag doen we de laatste die nog aan de plant zitten waarschijnlijk, als we er tijd en energie voor hebben.
Gelukkig zijn we er beiden dol op, maar na een paar weken bijna elke dag 3 of 4 artisjokken gegeten te hebben, is het nu tijd om ze ook in te gaan maken. We kunnen er echt niet meer tegen eten. Dat moet dit weekend dus gaan gebeuren.
Artisjokken inmaken is vrij veel werk omdat ze allemaal moeten worden schoongemaakt. Vorig jaar zijn we uren bezig geweest om een krat vol artisjokken te verwerken in 9 potjes. Zie hier mijn berichtje daarover.
Ik snap wel waarom in Italie veel digestivi (sterke drankjes die zouden moeten helpen bij het verteren van een zware maaltijd) op basis van carciofi zijn. Voor die drankjes is al het ‘afval’ prima geschikt en dat afval heb je allemaal in korte tijd dus ideaal om op alcohol te zetten. Artisjokken zijn vreselijk bitter (tenzij je het hart eet) en dat bittere schijnt gezond te zijn.
Overigens kun je de harde blaadjes ook een tijdje laten koken in (weinig) water en er zo een soort kruidenthee van maken. Dat is gezonder dan een digestief … en ideaal als je het zonde vindt om al dat ‘afval’ gewoon weg te gooien.
Mijn moestuin wordt door de katten van de buren als kattenbak gebruikt.
Nou was ik al veel te laat met zaaien en dus zijn de meeste planten nog wat klein voor de tijd van het jaar, maar de katten maken dat weinige dat ik heb, helemaal kapot. Ze graven kuiltjes en nemen mee wat ze tegen komen.
De buren hebben nogal wat katten en ik weet niet hoe ik ze uit de tuin kan houden. Dit is de tuin voor mijn huis, dus omheinen is niet mogelijk (of in elk geval wordt dat erg vervelend en lelijk voor ons). In plaats van een bloementuin hebben we een moestuin met verder kruiden en wat bloemen.
Afgezien van katten hebben we verder slakken en rupsen die ook vol overgave opeten wat ze kunnen. Deze diertjes kan ik echt beter onder controle houden dan de katten.
We hadden allemaal ‘fichi d’india’ uit een omgevallen pot hier in de buurt in de tuin gezet (zie: fico d’india). Dit voorjaar lag die omgevallen pot nog altijd op zijn kant met de gehavende moederplant erin. Heel sneu en ook zonde.
Even aanbellen en wat bleek: we mochten de hele boel meenemen. Aan de slag dus! De pot was te zwaar om op te tillen en met een bijl en oude zaag hebben we de wortels langzaam uit elkaar gehaald en de plant in kleinere stukken opgedeeld. We hebben nu een overvloed aan deze cactus op allerlei plekken neergezet en hopen dat ze de winter gaan overleven.
Dit najaar hadden we wel al, tot onze grote verrassing, wat vruchten.
De stekels zijn echt geniepig. Ze hebben kleine weerhaakjes en blijven overal in hangen.
Met dikke handschoenen had ik de vijgen geplukt en met een mes heb ik ze doormidden gesneden om het vruchtvlees eruit te lepelen. Dat werkte prima, met één handschoen nog aan.
Toen ik die handschoen uitdeed bleek ik toch overal stekeltjes te hebben. Niets dramatisch, maar even lastig om ze op te sporen en eruit te halen. Ze zijn minuscuul. De stekels waren blijkbaar in de handschoen gaan zitten en toen ik die heb aangepakt, in mijn handen.
Mochten we volgend jaar weer cactusvijgen hebben dan eet ik ze met een vork en mes.
Vorige week werd ik gebeld door een man uit de buurt.
Wanneer wij onze ‘rotoballa’ nou eindelijk n’s van zijn land kwamen ophalen. Hij lag hem behoorlijk in de weg.
Una rotoballa is zo’n grote baal stro of hooi in een rol geperst. Ze wegen geloof ik 400 kilo per stuk.
Ik zei tegen de man: ‘Onze rotoballa?’ Ja, hij blijkt van ons te zijn. De boer die het gras had gemaaid en daarna het gedroogde gras in deze ronde baal heeft geperst, had tegen de man gezegd dat hij van ons was en dat wij hem dus op moesten komen halen. Ik wist uiteraard nergens van. Ik vond alleen dat die boer ons wel erg weinig hooi had gegeven als dank voor het maaien van anderhalve hectare land (één rotoballa namelijk).
Feit is alleen wel dat deze baal hooi honderden meters van ons land lag, dus het is niet echt logisch. Maar goed, zo’n hoeveelheid hooi kunnen wij wel gebruiken dus ik heb niet geprotesteerd.
Zaterdag gingen we aan de slag. De baal lag op z’n vlakke kant en we moesten hem kantelen om hem daarna als een wiel achter de tractor mee te kunnen slepen.
We hebben een kleine tractor, maar meer niet. Duwen en trekken hielp niets, het ding was niet in beweging te krijgen. Met de tractor hebben we de baal richting een aflopend stuk land geduwd en daarna lukte het met grote inspanning (mijn vriend is enorm sterk gelukkig) de baal te kantelen. Die rolde direct naar beneden tot ie tegen een olijfboom tot stilstand kwam.
We hadden touwen meegenomen en een ijzeren stok om het touw door het midden van de baal te kunnen steken. Na wat gepruts lukte dat en konden we de baal richting huis rollen. Het is drie of vierhonderd meter over een smalle weg.
Ik liep achter de tractor aan om de baal min of meer recht te houden en tot mijn grote opluchting ging dat goed. We hadden nog wat auto’s achter ons die hun ogen uitkeken. Wat doen die twee nou weer!
Op de foto hieronder waren we ‘veilig’ bij onze ingang aangekomen. We waren super tevreden over onze oplossing om zonder de juiste middelen toch de baal naar huis te hebben kunnen slepen.
Gisteren was de derde keer dat we onze artisjokken hebben ingemaakt. Voor dit jaar is het ook de laatste keer, want het seizoen is hier voorbij. De artisjokken die nog aan de planten zitten laten we bloeien. De bloemen zijn schitterend en zitten vol met allerhande insecten.
Het is nogal een karwei om artisjokken in te maken, omdat het schoonmaken ervan zoveel werk is. We doen ze in een glazen pot, zo dicht op elkaar mogelijk. Daarna doen we een derde deel appelazijn en tweederde deel water. Dop erop en daarna 40 minuten in kokend water. Vorig jaar hebben we dat ook gedaan en het resultaat was bijzonder lekker
Dit jaar hadden we veel meer artisjokken, in totaal drie kratten vol en dan tel ik de artisjokken die we hebben opgegeten niet mee en dat zijn er uiteraard ook nogal wat.
Dingen inmaken vind ik leuk, maar gisteren na twee uur bezig te zijn geweest hebben we het bijltje erbij neergegooid. We hadden zeven grote potten vol. Een aantal artisjokken die over waren heb ik ’s avonds schoongemaakt en de rest eten we vanavond.