We hadden allemaal ‘fichi d’india’ uit een omgevallen pot hier in de buurt in de tuin gezet (zie: fico d’india). Dit voorjaar lag die omgevallen pot nog altijd op zijn kant met de gehavende moederplant erin. Heel sneu en ook zonde.
Even aanbellen en wat bleek: we mochten de hele boel meenemen. Aan de slag dus! De pot was te zwaar om op te tillen en met een bijl en oude zaag hebben we de wortels langzaam uit elkaar gehaald en de plant in kleinere stukken opgedeeld. We hebben nu een overvloed aan deze cactus op allerlei plekken neergezet en hopen dat ze de winter gaan overleven.
Dit najaar hadden we wel al, tot onze grote verrassing, wat vruchten.
De stekels zijn echt geniepig. Ze hebben kleine weerhaakjes en blijven overal in hangen.
Met dikke handschoenen had ik de vijgen geplukt en met een mes heb ik ze doormidden gesneden om het vruchtvlees eruit te lepelen. Dat werkte prima, met één handschoen nog aan.
Toen ik die handschoen uitdeed bleek ik toch overal stekeltjes te hebben. Niets dramatisch, maar even lastig om ze op te sporen en eruit te halen. Ze zijn minuscuul. De stekels waren blijkbaar in de handschoen gaan zitten en toen ik die heb aangepakt, in mijn handen.
Mochten we volgend jaar weer cactusvijgen hebben dan eet ik ze met een vork en mes.