We waren een stukje gaan wandelen toen een man uit de buurt, waar we wel vaker een kletspraatje mee maken, op z’n scooter voorbij kwam. Hij stopte en zette de motor uit. Hmmmm blijkbaar had hij echt zin in een praatje!
Na wat over en weer over het weer en de schade van de onweersbui zaterdag … De bliksem is bij ons ingeslagen, op de meter, die is van de muur geknald. De elektriciteitsmaatschappij kwam binnen 1,5 uur en hebben een nieuwe geïnstalleerd waarna alles het weer deed, afgezien van het alarm. Erg veel geluk gehad!
Daarna nog wat over de olijfvlieg (is ie er, gaat ie komen?). De buur is echt boer, al zijn hele leven. Een kleine druivenproducent en hij heeft ook olijfbomen, dus hij weet altijd wel wat over de plagen die er al dan niet zijn. Hij spuit ook vol overtuiging zoveel gif als nodig is om niets van zijn opbrengst te verliezen.
Toen kregen we het over de druiven. Wij hebben alles al geplukt omdat anders de reetjes ons voor zijn. Ze hadden nu alle rode druiven al opgegeten die niet door bramenstruiken zijn omgeven. Ik zei tegen de man dat ze blijkbaar onze druiven lekkerder vinden, want wij spuiten niet.
Hij haalde rustig zijn schouders op en zei ijzig kalm: “ze moeten ze allemaal afmaken, alle wilde dieren moeten worden afgemaakt en die gekken die van dieren houden die moeten ze maar in een omheind park gaan bekijken”.
Klare taal … !
Grinnik. Dat is wel heel radicaal. Maar ja, die wilde dieren eten zijn handel op.